zondag 1 november 2020

Jom Kippoer.

Om meteen maar de lezers die na de cliffhanger van mijn vorige blog dachten dat mijn man in de auto gestapt was om het ouderlijk huis van W eens flink te verbouwen, gerust te stellen: zo zit mijn man gelukkig niet in elkaar.
Toen hij na een tijdje weer thuis was, vertelde hij dat hij ,na al onze vruchteloze pogingen , eindelijk eens een goed gesprek met de ouders van W gehad had. Dat ze nu eindelijk ook inzagen dat het niet de goede kant opging. En dat ze afgesproken hadden  dat we vanaf nu samen zouden optrekken om een einde te maken aan deze uitzichtloze situatie. Dat ze zelf ook veel verdriet  hadden omdat hun contact ook mondjesmaat was. 
Omdat ze binnenkort 30 jaar getrouwd waren, en dat in Leeuwarden zouden vieren, zeiden ze toe om van de gelegenheid gebruik te maken om N te vragen of ze misschien bereid was om weer met haar ouders in gesprek te gaan. 

Mijn hart maakte een sprongetje,  na 4 jaar eindelijk een sprankje hoop. 
Mijn hart maakte een nog grotere sprong, toen er na een tijdje een SMS binnenkwam dat ze W en N gesproken hadden, dat we ons absoluut geen zorgen hoefden te maken om hun financiële situatie, en dat N bereid was om een keer met haar vader in gesprek te gaan.

Maar toen bleef het weer stil.

Na een paar weken besloot mijn man om maar eens te bellen hoe de stand van zaken was. Groot was de teleurstelling toen hij te horen kreeg dat het hele feest niet doorging. W en N hadden blijkbaar te horen gekregen dat we ook via via achter het adres probeerden te komen,  en waren weer op de rem gaan staan. De moeder van W zei: Jullie hebben je eigen glazen ingegooid, en weer muren opgebouwd.  Mijn man was zo teleurgesteld dat hij op een gegeven moment de verbinding verbrak. Meteen daarna stuurde hij een SMS, met de mededeling dat hij vreesde zo geen stap verder te komen, en dat hij vervolgstappen ging ondernemen.

De daaropvolgende maandag ging hij met een brief naar de ouders van W en overhandigde die met deze woorden: Hier, vandaag is het Jom Kippoer,  de grote verzoendag,  lees deze brief.

Omdat mijn man heel graag wil dat ik de inhoud van de brief vermeld, kunnen  jullie  die hieronder lezen.

Hallo .........,

Een aantal weken geleden ben ik bij jullie geweest. Dit naar aanleiding van jullie antwoord op messsenger aan Judith om het adres van W en N. Waarbij jullie als antwoord hadden gegeven dat jullie dit niet mochten verstrekken.

Op het moment dat het antwoord kwam, was dit een bittere pil voor ons. 

Je mag gerust weten dat wij de hele situatie al vier jaar overgedragen hebben aan de HEERE, daar wij als mensen niet tot een oplossing konden komen.

Ik geloof dat de HEERE ons die middag allemaal heeft laten weten, wat hij van deze situatie vond.

Ik denk dat je exact weet wat ik bedoel. (ik zal mij verklaren)

Toen ik in de auto onderweg was ging er een versje spelen (N. van Gilbert Bécaud).

Dat versje is door de dokter gezongen na de geboorte van N. Toen hij van ons de naam gehoord had. 

Judith was thuis en de radio stond aan en hoorde in haar verdriet dat versje voorbijkomen.

Ik zat in de auto en reed op de vlaak onderweg naar jullie en hoorde dat versje voorbijkomen.

Toen ik aanbelde bij jullie en binnen mocht komen, draaide dat versje ook bij jullie op de radio.

*nu kun je geloven in toeval, maar dat doen wij niet. En ik denk jullie ook niet. Wij beschouwen dit als een besturing.

Wij hebben toen die middag een fijn gesprek gehad, als ouder tegen ouders. Met de toezegging dat jullie haar tijdens jullie 30 jarig huwelijksjubileum zouden spreken en voorleggen wat wij besproken hadden. In ons gesprek van twee weken geleden in jullie woonkamer waren jullie ook van mening dat er weer een opening moest komen. Wat ik toen erg waardeerde.

Op 8 september kregen wij een sms binnen van jullie met de mededeling ons geen zorgen om hun te maken en dat N bereid was om een gesprek met mij (de vader) aan te gaan.

Dit vond ik erg positief en heb aangegeven dat ik graag een gesprek met haar wilde voeren. Dit om van onze kant weer een vertrouwensband op te bouwen.

Omdat het stil bleef op de sms, heb ik je gebeld op 24 september met een ontluisterend antwoord van jullie kant.

Omdat een vriendin van Judith op haar eigen initiatief aan iemand om het adres had gevraagd (wat van onze kant heel begrijpelijk is) Die zien hun vriendin en moeder iedere dag pijn lijden van het gemis. (dus hun nemen wij NIETS kwalijk), was het gesprek verleden tijd (jullie noemen dat op de rem gaan staan.) DAT IS EEN GOTSPE> Nou die rem hoeven jullie niet te gebruiken. Het staat al vanaf het begin STIL. Ik wou maar dat er beweging inzat, zodat er eens op de rem getrapt kon worden (maar dat terzijde.) 

Van jullie kant kan ik geen enkel begrip opbrengen voor de opstelling in deze.

Ik heb je dan ook terug laten weten via SMS dat ik geen vertrouwen meer heb en vervolgstappen ga zetten.

Vorige week is dit in gang gezet en heb ik de eerste stap gezet. Dit wilde ik je graag laten weten, zodat het voor jullie niet als verrassing komt dat er gebeld wordt of dat er iemand voor de deur staat, bijvoorbeeld door mij benaderde mediators.

Zoals je ziet ben ik nog steeds bereid om dit op een beschaafde, volwassen manier op te lossen.

De vader en moeder van N.

Mijn man voegde de daad bij het woord, en belde als eerste met de grootouders van W of we langs mochten komen voor een gesprek. Wij waren van harte welkom.
Daar werd ons duidelijk dat, hoewel ze ten tijde van het aanstaande huwelijk van foute informatie over ons (bv. dat wij onze dochter de deur uitgezet hadden) waren voorzien, ze nu hetzelfde tegen de huidige situatie aankeken als ons. Dat ze tot inzicht waren gekomen dat W onze dochter zo in zijn  macht had, dat ze haar eigen identiteit verloren had. 
Maar ze konden ons helaas niet helpen,  omdat ze zelf ook al jaren weinig tot niets van ze gehoord hadden. En ook bij hen was hun adres niet bekend. 

Vervolgens zocht mijn man contact met een oom van N. Daar eigenlijk hetzelfde verhaal. 
Ook hij was in de loop van jaren tot ander inzicht gekomen. 

Mijn man had ondertussen ook contact gezocht met de dominee van de ouders van W. Die hoorde ons verhaal aan, en gaf aan dat hij besefte dat hij één van onze laatste strohalmen was, en dat hij over deze zaak goed zou nadenken.  Maar hij gaf wel eerlijk toe dat hij ons niets kon beloven. 

Nog voordat wij verdere stappen konden zetten,  belde mijn man mij vanaf zijn werk.
Ben je thuis?, vroeg hij. Ik ben net gebeld door de politie,  met de vraag of ze langs kunnen komen voor een gesprek. Het gaat over N.

Even later zaten we allebei met het hart in de keel de komst van de politie af te wachten.

Ze zou toch niet.........?

De politie arriveerde, en deden hun verhaal.  Ze hadden van de politie in Leeuwarden doorgekregen dat onze dochter aangifte tegen ons gedaan had.

Aanklacht: Stalking en bedreiging. 

Het eerste wat mijn man kon uitbrengen was: Ik ben blij dat dat het is. Daarmee bedoelend dat wij ons al van alles door ons hoofd gehaald hadden.

Maar ja, dit is natuurlijk ook niet niks, je eigen dochter die aangifte tegen je doet. 
Ik vroeg ze waar ze  deze aanklacht op baseerden.  Volgens hun viel het feit dat wij meerdere personen om het adres vroegen al onder stalking. Ik zei dat ik dat enigszins kon begrijpen, maar waar haalden ze dan de aanklacht bedreiging vandaan? Hun antwoord was dat wij aangegeven hadden het er niet bij te laten zitten,  en vervolgstappen zouden ondernemen. 
Ze hadden een hele stapel papier bij zich, met "bewijzen" die onze dochter tegen ons verzameld had. Met daarin elk berichtje, smsje, en telefoongesprekken die wij gestuurd en gevoerd hebben met de ouders van W erin. 
Wij waren perplex, de ouders van W hadden dus, ( na hun eerdere toezegging dat we gezamenlijk zouden optrekken) al onze communicatie doorgestuurd naar W en N.
We stonden voor ons gevoel met onze rug tegen de muur, en de ouders van W hadden de munitie gegeven om op ons af te vuren.

Wordt vervolgd. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Sorry seems to be the hardest word....

Ik heb heel lang getwijfeld over het schrijven van deze blog. Omdat het niets met onze dochter te maken heeft. Maar aan de ander...